Interview met Marike van
Lier Lels
'Veel bedrijven,
organisaties en burgers zijn zich bewust van de noodzaak tot duurzame
ontwikkeling. En er is niet alleen bewustzijn, er wordt ook al veel actie
genomen op dat gebied. Wat we echter veelal nog missen is een concreet en
helder perspectief. Wat is ons collectieve wensbeeld? Hoe ziet onze samenleving
eruit als we een nieuw evenwicht zouden vinden? Wat betekent het voor ieder van
ons? En wat betekent het voor het (streven onder) onze economie?
Zo’n helder en
voor iedereen te begrijpen perspectief zou helpen om het voor alle betrokken
partijen concreter te maken. Aanhaken wordt gemakkelijker als je weet wat het
einddoel is. En het wordt aantrekkelijker en eenvoudiger om te bepalen welke
rol je daar zelf in wilt en kunt nemen. Wanneer het lukt samen helder te
krijgen hóe we zouden willen dat onze toekomstige economie en samenleving zal
functioneren is er veel gewonnen.
Onze huidige
economie is gebaseerd is op het principe van groei. Dat is de motor geweest
achter de enorme welvaartsgroei van de afgelopen decennia. Je ziet het aan het
toegenomen vermogen van mensen om zich te organiseren, kennis te ontwikkelen en
in te zetten en zo waardevolle producten en diensten voort te brengen. In de
huidige tijd komen we echter steeds meer met de keerzijde van deze medaille in
aanraking. Onze economische groei loopt, in ieder geval zoals die momenteel
‘gericht’ is, tegen haar grenzen aan. Die grenzen hangen samen met de
eindigheid van onze planeet.
Om twee redenen
zijn we nu toe aan een een vernieuwde werking van onze samenleving. Enerzijds
omdat we niet door kunnen en willen gaan met groeien te koste van de veerkracht
van de aarde. Anderzijds omdat we al een hoog niveau van welvaart bereikt
hebben, in ieder geval in de westerse wereld. Móeten groeien helpt ons niet
meer om een hoger niveau van welzijn te breiken. Het zou in onze tijd beter
passen als groei gebaseerd zou zijn op hoe snel en op welke gebieden mensen
wíllen groeien, en niet op de noodzaak tot groei.
Als we ons
geluk willen dienen (en uiteindelijk is dat toch een belangrijke waarde in
ieders leven), draagt meer materiële welvaart daar niet meer aan bij. Meer
geluk hangt veel meer af van bijvoorbeeld de kwaliteit van sociale contacten,
de tijd en ruimte ervaren om van het leven te genieten, zelfwaardering,
voldoening en zingeving ervaren en oprechte aandacht voor elkaar.
Hoewel de wens
en ook de noodzaak er is, begeven we ons blijkbaar niet ‘vanzelf’ naar die
nieuwe richting. Dat heeft te maken met de kracht van het huidige systeem. Het
totale systeem dat we samen creëren, maar ook allemaal in zekere zin in ‘vast’
zitten, betreft vrijwel alle aspecten van onze maatschappij: van ‘harde’
financiële en economische belangen tot aan gewoontes, overtuigingen en
omgangsvormen. Een voorbeeld is dat mensen eerder bereid zijn te betalen voor
materiële zaken dan voor immateriële. Dat komt voort uit onze collectieve
overtuigingen en gewoontes.
De
vraag die zich aandient is hoe je dan toch een doorbraak kunt creëren? Je zou
de samenleving kunnen zien als een samenhang van afzonderlijke individuen die
op hun eigen manier invulling geven aan hun leven. Maar ze doen dat wel in onderlinge
samenhang: ze beïnvloeden elkaar sterk. De meeste mensen doen wat de omgeving
doet. De optelsom van het gedrag van al die individuen bepaalt het gedrag, en
daarmee de richting, van de samenleving. Als één of enkele individuen in dat
collectief wat anders gaan doen dan de rest, én ze doen dat op een aansprekende
manier, dan is de kans groot dat anderen gaan aanhaken. Zo kunnen individuen de
collectieve koers veranderen, of bijsturen.
Dan
heb je het over persoonlijk leiderschap: leiderschap nemen over je eigen leven.
Het houdt in dat iemand ervoor kiest om zijn eigen plan te trekken. Hij of zij
baseert zijn mening en gedrag niet op dat van anderen, maar gaat voor zichzelf
na wat hij er zelf van vindt. En hij beschikt over het bewustzijn en de moed om
daar trouw aan te zijn. Daar gaat een soort ‘zwaan kleef aan-effect’ vanuit.
Het werkt vooral wanneer anderen zien dat diegene er plezier en succes aan
beleeft. Dan wordt het aantrekkelijk om mee te doen.
Dus
in die zin komt verandering altijd voor uit het op individueel niveau tonen van
leiderschap. Dat begint met bewustzijn. Gedragsverandering is daar een
afgeleide van.
Elke
burger kán zich als een dergelijke ‘informele leider’ opstellen. Mensen die aan
de top van organisaties zitten kunnen dat ook, net als ieder ander. Wanneer het
op dat niveau gebeurt kan er mogelijk veel effect van uitgaan. Omdat we met z’n
allen veel macht toekennen aan onze topmensen, heeft ver ontwikkeld individueel
leiderschap op dat niveau verstrekkende impact. Wanneer een topman een nieuwe
koers uitzet met zijn bedrijf, bijvoorbeeld aankondigt voor duurzame
ecologische ontwikkeling te gaan, legitimeert hij daarmee de medewerkers in
zijn bedrijf om zich in die richting te begeven. Daar gaat veel vanuit, omdat
mensen dan de kans krijgen meer hun hart te volgen bij de invulling van hun
werkzaamheden.
Met
andere woorden: er is bij mensen wel degelijk een verlangen om betekenisvol te
zijn en de eigen verantwoordelijkheid breed te willen nemen en de trots te
ervaren die daar bij hoort. Maar zij kunnen alleen uit de voeten met deze
drijfveren als de cultuur daar ruimte aan biedt. Als de top daarvoor de weg
vrijmaakt kan er veel energie en creativiteit loskomen om aan duurzaamheid en
evenwichtige groei te willen werken. De publieke opinie, maar ook de macht van
beslissers in het zakenleven is in die zin nu al krachtig en zal, o.a. door
social media, nog veel krachtiger worden.
Als
het ons lukt om deze verandering te realiseren, is er veel gewonnen. We dienen
direct ons eigen welzijn en tevens dat van toekomstige generaties. En er is nog
een voordeel. Indien we in de westerse wereld deze koerswijziging voor elkaar
krijgen, stellen we daarmee ook een voorbeeld voor opkomende economieën.'
Marike van Lier Lels is beroeps commissaris en
bestuurslid van divers adviesraden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten