Ik ga een aantal interviews plaatsen waar deze visie in naar voren komt. Eerst het interview met Maurits van Rooijen, toen nog in de rol van Rector Magnificus en CEO van Nyenrode Business Universiteit. Zijn hoofdthema is: 'Regel het voor jezelf zo, dat ondernemerschap en maatschappelijke verantwoordelijkheid hand in hand gaan. Dat er geen spanningsveld meer ís'.
Reacties op de interviews zijn welkom.
Interview met Prof. Dr. Maurits van Rooijen
‘Innerlijke balans tussen ondernemerschap en breed gevoelde
verantwoordelijkheid’
'Góed ondernemerschap gaat
wat mij betreft niet in de eerste plaats om geld of cijfers. Ondernemerschap is
goed wanneer je dingen doet die acceptabel en zinvol zijn in de context waarin
je je bevindt.
Ik verwoord dat met de
volgende trinitieit waar elke organisatie - als het goed is - op gebaseerd is:
stewardship, entrepreneurship en leadership. Entrepreneurship gaat over zaken
als het in stand houden van je bedrijf, over toekomstgericht zijn, winstgevend
zijn, je marktpositie behouden en groeien. Stewardship gaat over het nemen van
je verantwoordelijkheid, zowel intern voor de mensen in je bedrijf, als extern
voor je omgeving, de aarde, je klanten, je stake-holders, mondiale samenhang.
Ondernemerschap en stewardship zijn beide belangrijk. De kunst is om ze te
verenigen, om het zo te regelen dat ze hand in hand gaan. Leiderschap is daarom
de derde factor. Dat gaat over de manier waarop je vanuit jezelf invulling
geeft aan het verenigen van de andere twee factoren. Leiderschap gaat over hoe
je in het leven staat. Over het op innerlijk niveau laten samenkomen van
stewardship en entrepreneurship, op een manier die klopt met je waarden.
Nyenrode is
niet alleen een universiteit; het is ook een bedrijf. Ook bij ons gelden
bovenstaande drie factoren. Specifiek toegespitst op onze situatie
onderscheiden we de drie pijlers: Academy, Business en Community. Bij Academy
gaat het om waar we als universiteit voor zijn: mensen hoogwaardige opleidingen
geven. Business betreft de aandacht die we moeten hebben voor onze financiële
onafhankelijkheid en gezondheid. Community gaat over het onderhouden en
versterken van de band met iedereen die met ons in verbinding staat.
In mijn visie
hoort iemand bij de Nyenrode-community wanneer er sprake is van emotionele
betrokkenheid bij onze organisatie. Wanneer je je op het niveau van waarden
verbonden weet, is er sprake van een band. Het maakt daarbij niet uit of het
gaat om opdrachtgevers, sponsoren, studenten, alumni, omwonenden of
bijvoorbeeld leveranciers. Als die emotionele band er is, rekenen we zo iemand
tot onze community. Dan investeren we tijd en aandacht in de relatie en vinden
het belangrijk te horen wat iemand van Nyenrode en van onze ontwikkelingen
vindt.
Sinds 2009 ben
ik aan Nyenrode verbonden als Rector Magnificus. Toen ik hier begon heb ik me
vooral student gevoeld. Dat is ook de reden dat ik ‘ja’ heb gezegd tegen deze
functie: ik zag hoeveel ik er van zou kunnen leren. Ik heb de eerste tijd
vooral heel veel geluisterd, naar studenten en docenten, maar ook naar alumni,
naar bedrijven, naar stake-holders. Ik was me er van bewust dat Nyenrode een
uniek bedrijf is. En om die uniekheid echt te begrijpen vond ik dat ik naar
zoveel mogelijk mensen moest luisteren. Om me van daaruit een beeld te vormen
van de essentie waar de organisatie voor staat.
Vervolgens ben
ik dat gaan verwoorden en samenvatten. Door te proberen het in enkele beknopte
woorden of zinnen weer te geven, kom je tot de kern. Zoals bijvoorbeeld met de
termen entrepreneurship, stewardship en leadership. Dat is geen nieuwe koers
van Nyenrode, het is alleen mijn manier om kort en krachtig weer te geven waar
Nyenrode van oudsher voor staat.
We merken dat
deze hernieuwde aandacht voor de historische waarden van Nyenrode, veel effect
heeft in de organisatie. Docenten gaan zich daardoor vragen stellen als: “Als
het daar om gaat, hoe kan ik er dan zélf invulling aan geven?” Als dat op gang komt,
dat mensen er uit zichzelf wat mee gaan doen, dan weet je dat het goed gaat. En
dat merken we in de afgelopen jaren al heel duidelijk.
Een voorbeeld
is een idee dat spontaan ontstond bij een paar medewerkers van Nyenrode om een
boek te schrijven over ‘De robuuste professional’. Het is een mooie term, je
kunt je er van alles bij voorstellen. Een robuuste professional is iemand met
een stevige basis in zichzelf, hij leeft in overeenstemming met zijn innerlijke
kernwaarden. Vanuit dat stabiele evenwicht is hij optimaal in staat om van
waarde te zijn voor de omgeving. Hij vertrouwt op z’n innerlijke wijsheid en
kan daarom goed een visie uitzetten en uitdragen. Maar hij kan ook heel goed
luisteren en stelt zich flexibel op. Juist zijn stevige wortels maken het
mogelijk om zich aan te passen aan de omgeving waar en wanneer dat zinvol is.
Je zou kunnen
zeggen dat de missie van Nyenrode is om robuuste professionals af te leveren.
Mensen die over kennis en vaardigheden beschikken maar ook over een ver ontwikkelde
persoonlijkheid. Zo zie je dat mensen in onze organisatie geïnspireerd raken om
mooie dingen te gaan doen, die precies passen bij waar ons bedrijf in de kern
om gaat.
Omdat de
waarden van binnen verankerd zitten en breed in de organisatie gedragen worden,
vertaalt het zich ook gemakkelijk door naar ‘hardere’ resultaten. Ook de
financiële gezondheid van Nyenrode is verstevigd als gevolg van de recente
aandacht voor kernwaarden. Zo zie je dat het heel goed mogelijk is om de drie
pijlers academie, business en community op één lijn te krijgen en te houden.
Als je vanuit je kernwaarden opereert versterken deze pijlers elkaar.
Wat je kunt
zeggen over een ‘robuuste medewerkers’ geldt ook voor een ‘rubuuste
organisatie’. Een organisatie die in de kern klopt, heeft het gemakkelijker om
tot goede resultaten op elk vlak te komen. En om deze duurzaam te behouden.
‘Er zijn bedrijven waarin
het ondernemerschap puur gericht is op zaken als winst, share-holder value of
op een bonuscultuur. Dat vind ik deprimerend om te zien. Zo’n bedrijf
functioneert vanuit een uitgeholde basis, alleen maar gebaseerd op
rationaliteiten. Dat laat geen ruimte voor vragen als ‘Waar ben ik mee bezig?’
Wat is hiervan de impact?’. Die vragen worden uit de weg gegaan. In extreme zin
verwordt ondernemen dan tot ‘Hoe ver kan ik gaan in het nastreven van winst
zonder de gevangenis in te gaan?’ Dat is wat ik noem ‘ondernemerschap zonder
stewardship’.
Dat bovenbedoelde houding in
het bedrijfsleven kon opbloeien, hangt ook samen met een mindset die in de
samenleving ingeburgerd is geraakt. De gangbare kijk was, en is deels nog
steeds, dat je aan de ene kant het bedrijfsleven hebt dat er op gericht is
economische belangen te dienen. En aan de andere kant heb je dan de overheid
die de maatschappelijke belangen dient. Dat is iets wat in werkelijkheid nooit
zo kan bestaan. Ten eerste is het voor de overheid onmogelijk om alle
maatschappelijke belangen te dienen. Het bedrijfsleven vervult daar gewoon een
grote rol in en dat kan ook niet anders. Het bedrijfsleven is bijvoorbeeld
essentieel voor de voedselproductie en –distributie, maar ook voor vele andere
behoeften en wensen die er in de samenleving zijn. De ontstane beeldvorming -
simpel gezegd bedrijven gaan voor de winst en de overheid is er voor de
voorzienigheid - klopt dus niet. Waardecreatie gebeurt voor een belangrijk deel
door het bedrijfsleven. Het is daarom belangrijk dat bedrijven zich er ook van
bewust zijn dat ‘waardecreatie’ hun bestaansrecht is. Niet winst maken. De taak
van de overheid gaat er veel meer om excessen te voorkomen en de werking door
het bedrijfsleven in goede banen te leiden wanneer nodig.
Echter, de beeldvorming die
er nou eenmaal was, werkte ook in de hand dat bedrijven die
verantwoordelijkheid voor de samenleving niet meer zo voelden. Het werd als
gewoon beschouwd dat bedrijven voor de winst gingen. Dus de gemakkelijkste weg
was om dan ook maar op die manier te opereren.
Deze beeldvorming over
bedrijven is echter duidelijk aan het veranderen. We gaan bedrijven weer zien
als een factor die er in maatschappelijk opzicht toe doet. Bij de huidige
generatie studenten zie je dat er veel vaker gekozen wordt voor een functie in
het bedrijfsleven juist vanuit het wíllen spelen van een rol van betekenis.
Zingeving en verantwoordelijkheidsgevoel zijn argumenten om voor het
bedrijfsleven te kiezen.
Nyenrode wil
haar studenten (inclusief werkende professionals die zich bij ons verder
ontwikkelen) wat meegeven op dat gebied. Zelfvertrouwen, vertrouwen op je eigen
waarden, is daarbij belangrijk. Maar het gaat dan wel om zelfvertrouwen zónder
arrogantie. Dat is een lastig concept want innerlijk vertrouwen slaat
gemakkelijk om in arrogantie.
Die aandacht
voor het spanningsveld tussen innerlijk vertrouwen en arrogantie komt voort uit
de periode van dertig jaar dat Postma hier de leiding had. De bijzondere
uitstraling van Nyenrode draagt het risico in zich dat de studenten zich zelf
ook wel heel bijzonder gaan vinden. Met andere woorden: het kon gebeuren dat
een studie aan Nyenrode bijdroeg aan zelfingenomenheid. Postma zag in dat je zo
je studenten niet moet willen opleiden. Om die valkuil te vermijden, werd
daarom veel aandacht besteed aan attitudevorming en aan vakken als ethiek. Het
hoofdthema was: ‘Het is een privilege dat je hier studeert; dat privilege komt
naar je terug mét een verantwoordelijkheid’.
Het
spanningsveld tussen zelfvertrouwen en arrogantie los je niet op met ‘de gulden
middenweg’. Het is geen kwestie van zelfvertrouwen ontwikkelen tot op zekere
hoogte. Immers, van innerlijk vertrouwen kun je nooit te veel hebben. Het is de
basis van zelfbewustzijn, van terug durven gaan naar je eigen waarden, kennis
en wijsheid. Arrogantie echter dient in feite geen enkel doel. Je hoopt dat zo
weinig mogelijk bij je studenten aan te treffen.
Hoe je op de
juiste manier werkt aan maximaal innerlijk vertrouwen zónder arrogantie, is een
ingewikkelder vraagstuk. Je ziet toch vaak dat mensen af en toe naar de andere
kant door moeten schieten, richting arrogantie dus, om het te leren. Waar het
in de kern op neerkomt is zelfreflectie, nauwgezet kijken naar jezelf en zien
waar je je bevindt. Zelfreflectie kun je ontwikkelen; iedereen ontwikkelt het
in meer of mindere mate gedurende z’n leven. Het gaat er niet om jezelf
voortdurend en intensief te analyseren. Veel meer gaat het om aanvoelen waar je
staat, te rade gaan bij wat je van binnen al weet.
Wat je in een
onderwijsinstelling, zoals een universiteit, heel mooi kunt aanbieden is een
omgeving waarin dat leerproces gestructureerd wordt aangeboden. Je kunt het zo
creëren, middels allerlei open leervormen, projecten en ervaringsleren, dat de
studenten in ruime mate feedback krijgen op hun functioneren en ook
gestimuleerd worden aandacht te hebben voor die feedback. Zo help je mensen in
hun eigen proces van het ontwikkelen van innerlijk vertrouwen, en tevens de
valkuil van arrogantie te vermijden.
Dat vertrouwen
op je gevoel is overigens sowieso in veel situaties belangrijk. In het
bedrijfsleven kom je vaak uiterst complexe situaties tegen. Analyseren is dan
maar tot op zekere hoogte behulpzaam. Er komt een punt waarop je het analytisch
gewoon niet meer kunt overzien. Waar het té complex wordt om het op die manier
te benaderen. Dan heb je mensen nodig die intuïtief de richting kunnen aangeven.
Zij doen dat niet vanuit analyses, maar vanuit innerlijk vertrouwen. Zij voelen
aan hoe de situatie er voor staat en overzien welke ontwikkelingen mogelijk en
passend zijn. Dat vermogen wordt wel aangeduid met de term ‘contextual
intelligence’.
In onderzoek
naar succesvol leiderschap of succesvol ondernemerschap, is gekeken welke
factoren bepalend zijn. Onderzocht zijn factoren als bijvoorbeeld analytische
vaardigheden, kennis, sociale vaardigheden etc. De enige factor die aantoonbaar
samengaat met een grote kans op succes is de genoemde ‘contextual
intelligence’.
Dit vermogen
is te ontwikkelen. Openstaan voor je omgeving is dan een belangrijke, niet te
snel je oordeel klaar hebben. En ook bereid te zijn je oordeel weer los te
laten of bij te stellen. Dat vraagt weer dat vertrouwen op je innerlijke basis.
Als die basis stevig is durf je dingen los te laten. De basishouding is ‘Ik wil
niet oordelen maar begrijpen’.
Natuurlijk zal
het best zo zijn dat er ook studenten hier vandaan komen met een toch wel
traditionele businessschool-mentaliteit. Simpel gezegd met een houding van ‘ik
ga voor het grote geld’. Maar we
hopen dat we daar in ieder geval toch wat nuances aan hebben kunnen meegeven.
Later in iemands leven kunnen die zaadjes toch nog uitkomen.
Ik beweer dus
niet dat Nyenrode het al op alle fronten 100% goed doet. Zo werkt dat ook niet.
Het is een continu proces waar we in zitten. We vinden als het ware voortdurend
onszelf uit. En zo moet het ook. Zo gaat ontwikkeling in z’n werk.
Zo zie je ook
dat het logisch is dat Nyenrode af en toe door een crisis gaat. Zo’n
crisissituatie hoort bij het proces van leren. Dat geldt voor elke organisatie
en elk individu. Het is gezond om af en toe door zo’n crisis te gaan, hoewel
het zeker niet aangenaam is.
Maatschappelijk gezien is
de kijk op ondernemerschap in de loop van de geschiedenis behoorlijk veranderd.
Bij de oude Grieken was Hermes de god van de handel, het zakendoen en het
bedrijfsleven. Maar het was tegelijk de god van de dieven. Je ziet dat in de
tijdsgeest toen zakendoen blijkbaar heel nauw verweven was met diefstal.
In onze huidige tijd zien we
een dief als iemand die de wet overtreedt. Maar behalve de wet heb je ook de
moraal. Iemand kan best legaal bezig zijn maar in morele zin een dief zijn.
Roofbouw plegen kun je bijvoorbeeld zien als diefstal: je steelt van
toekomstige generaties. Hetzelfde geldt als je mensen laat werken voor een
extreem lage beloning. Je overtreedt geen wetten, maar in morele zin steel je
van anderen.
Je ziet dus dat de
scheidslijn tussen wat wel en niet moreel juist is, verschuift in de loop der
geschiedenis. Ook in onze tijd is dat in ontwikkeling. Met de opkomst van onder
andere maatschappelijk verantwoord ondernemen ontstaat er meer bewustzijn van
wat wel en niet toelaatbaar is, los van de wet. Het is een verschuiving in
waarden.
De volgende anecdote laat
zien hoe in de middeleeuwen over het maken van winst werd gedacht. Een bisschop
had een mooi tapijt gekocht en liet het aan mensen zien. Deze mensen complimenteerden
hem, want het was een mooi tapijt en hij had er een erg gunstige prijs voor
betaald. Minder dan wat het tapijt op de markt op zou brengen. Onmiddelijk
stuurde de bisschop een bediende naar de tapijtverkoper met de opdracht om de
te weinig betaalde dukaten alsnog af te dragen. De moraal was dat het niet
netjes is om minder te betalen dan de reële waarde. Je hebt dan iemand als het
ware bestolen.
Ook binnen
onze universiteit speelt de geschiedenis een rol van betekenis. In onze
historie is er altijd veel aandacht geweest voor meer dan alleen het opleiden
in kennis. Het ging – hoewel er wel golfbewegingen in geweest zijn - ook steeds
om de vorming van de persoonlijkheid. Dat zie je terug in de triniteit:
leadership, entrepreneurship, stewardship. Met andere woorden: je bent het
meest waardevol als professional wanneer je zowel je eigen leiderschap hebt
ontwikkeld, als over een gezonde ondernemersgeest beschikt als
verantwoordelijkheid draagt voor de impact van je daden en keuzes. Wanneer onze
studenten die drie elementen in balans kunnen houden, er intern goed invulling
aan kunt geven, vinden we als Nyenrode dat we slagen in onze missie.
Wat ook
historisch bepaald is is onze internationale oriëntatie. Dat zie je terug in de
vroegere naam van de instelling NOIB, waarbij de B staat voor Buitenland. Die
internationale oriëntatie van Nyenrode is in deze tijd extra relevant gezien de
toenemende globalisering. We kunnen daar een belangrijke rol in vervullen.
Globalisering wordt vaak als
een bedreigende ontwikkeling gezien. Maar het kan ook heel positief zijn. Als
je de globaliserende tendens koppelt aan ‘stewardship’ dan zie je dat het
bedrijfsleven steeds meer in de positie komt om, naast interne en lokale
verantwoordelijkheden, ook mondiale verantwoordelijkheden naar zich toe te
trekken.
Wat dat betreft verwacht ik
veel van het bedrijfsleven. Bedrijven beschikken over de kwaliteiten, de visie en de positie om
zich sterk te maken voor lange-termijn belangen en mondiaal evenwicht. We
zullen het maatschappelijke verantwoordelijkheidsgevoel van het bedrijfsleven
hard nodig hebben voor het veilig stellen van onze collectieve toekomst.'
Prof. Dr. Maurits van Rooijen was ten tijde van het
interview Rector Magnificus en CEO van Nyenrode Business Universiteit. Nu is
hij rector London School of Business and Finance en tevens chef executive van
de Groep die eigenaar is van o.a. de onderwijsinstellingen: LSBF, St Patrick's
College, Worldwide Interactive en Accent English Language School.